Tekst en foto’s Henk Donkers.
Op 12 september zijn er op twee plekken in de Burgemeesterswijk zes Stolpersteine gelegd voor huizen waar Joden gewoond hebben die tijdens de Holocaust zijn vermoord in Sobibor en Auschwitz.
Bij de steenlegging aan Amsterdamseweg 54 (voorheen Brantsenstraat 2) waren drie kleindochters aanwezig van de familie Hirschel. Van deze familie met zeven kinderen overleefden drie kinderen de Holocaust. De oudsten waren bij het uitbreken van de oorlog al uit huis, vertelt kleindochter Heleen van Haaften tijdens de ceremonie. Tijdens de razzia van 10 december 1942 werden haar grootouders Machiel en Naatje met hun drie nog thuiswonende kinderen opgepakt en afgevoerd naar Westerbork. Door een administratieve fout werden de ouders en twee dochters, onder wie Heleens moeder Vera, vrijgesteld van deportatie; ze mochten ‘tot nader order’ naar Amsterdam. Zoon Jozef werd doorgestuurd naar Auschwitz en daar in april 1943 vermoord, 24 jaar oud. De dochters verdwenen in de onderduik, de ouders wilden anderen niet in gevaar brengen en het hoofd niet buigen. Ze werden opgepakt en in juli 1943 vermoord in Sobibor, 61 en 69 jaar oud. Van hun uitwonende kinderen overleefde er slechts één de Holocaust. De drie Stolpersteine zijn voor de ouders Machiel en Naatje en zoon Jozef.

Links in geel en blauw haar zussen Dé en Marian.

Foto uit collectie Heleen van Haaften.

Rabijn Tamarah Benima zegt kaddisj. Rechts van haar op de achtergrond de heer J. Greep.
Over de familie Gans die op Burgemeester Weertsstraat 85 woonde, is weinig bekend. Bij de ceremonie waren daar ook geen familieleden aanwezig. De heer J. Greep die hier destijds als kind korte tijd woonde en de stenen heeft aangevraagd, wist te vertellen dat het gezin een zoon en dochter had en dat alleen de laatste de Holocaust heeft overleefd. De andere drie werden op 9 april 1943 vermoord in Sobibor. ‘Het is goed dat door deze steenlegging de herinnering aan de onschuldigen in leven blijft’, zei hij tijdens de korte ceremonie.